Kosteloze, onafhankelijke ondersteuning geeft iedereen gelijke kansen bij het streven naar maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid. Dit gaat verder dan folders neerleggen bij een Wmo-loket. Voor kwetsbare burgers, die moeite hebben hun situatie te analyseren of complexe problemen hebben, is deze ondersteuning cruciaal. Zo kunnen gemeente en cliënt op hetzelfde niveau het gesprek aangaan, om samen passende oplossingen te vinden voor ondervonden problemen.
Complexe woningaanpassingen vragen een gedegen voorbereiding. Het gaat om veel verschillende partijen, die nauwelijks elkaars taal spreken. De benadering van een gemeente of verzekeraar staat bovendien ver van de dagelijkse zorgpraktijk bij mensen thuis. Fouten en misverstanden liggen op de loer. Een cliënt krijgt niet altijd de best passende voorziening. Met stroeve, langdurige processen en bezwaarprocedures als gevolg.
De regie voor een woningaanpassing ligt in geval van een natura voorziening bij de gemeente. Bij koopwoningen en een persoonsgebonden budget voert de cliënt zelf de regie.
Deskundige cliëntondersteuning is vooral bij complexe aanpassingen noodzakelijk voor een solide resultaat. Het ontlast zowel gemeente als cliënt. De eerste investeert in zelfredzaamheid voor haar burgers. De cliënt realiseert verantwoorde voorzieningen naar eigen smaak.
Complexe woningaanpassingen zijn ingewikkeld. Op veel terreinen is specialistische kennis noodzakelijk. Indicatiestelling, eisenpakket, een passend ontwerp en tenslotte de (ver)bouw zelf. De bouw- en zorgpartijen communiceren niet altijd vlekkeloos met elkaar. Dat gaat ten koste van snelheid, kwaliteit en rendement. Een bouwdeskundige overziet en bewaakt al deze vakgebieden. Zo snijdt het mes aan twee kanten. Het Wmo-budget wordt efficiënt besteed, cliënten kwalitatief verantwoord gecompenseerd.
Gemeente en aanvrager zijn samen verantwoordelijk voor adequate aanpassingen. Hun (financiële) belangen lopen echter uiteen. Daarnaast is het beeld van elkaars mogelijkheden en beperkingen weinig realistisch. Een deskundige coach stuurt op hoofdlijnen en zoekt haalbare oplossingen. Dat versoepelt procedures, tijd en kosten.
Burger en gemeente zoeken samen naar geschikte oplossingen. Dat vraagt om zo gelijkwaardig mogelijke posities voor beide partijen. Hetgeen alleen mogelijk is wanneer de burger over dezelfde expertise beschikt als zijn gemeente. Waar die laatste kan terugvallen op externe, gespecialiseerde adviesbureaus, staat de burger immers op achterstand.
Onafhankelijke cliëntondersteuning is belangrijk bij complexe aanpassingen. Bijvoorbeeld een "second opinion". Of een onafhankelijke coach, die het overleg versoepelt door overbodige ruis weg te nemen. Zo kan hij met zijn cliënt onhaalbare en onrealistische verwachtingen bespreken en bijstellen. Uiteindelijk komt dat de kostenbeheersing ten goede. Bovendien wordt de eigen verantwoordelijkheid van de burger versterkt. Een dergelijke invulling van cliëntondersteuning in de Wmo biedt een gemeente veel voordelen.
In de bouwwereld is gedegen voorbereiding en controle door middel van professionele bouwtekeningen en omschrijvingen gebruikelijk. Dat garandeert een minimum kwaliteitsniveau. Ook vergunningvrije aanpassingsplannen moeten voldoen aan alle wettelijke bouweisen. Opdrachtgevers investeren dan ook in deze voorbereiding. Vooral bij overheidsopdrachten zijn de kwaliteitseisen hoog. Ook een gemeente behoort minimum kwaliteitseisen te stellen bij het investeren in pgb's of andere Wmo-voorzieningen. Als voorbeeldfunctie en om beunhazerij te beperken.
Een gemeente of adviesbureau maakt schetsen om een voorziening vast te stellen. Geen technisch uitgewerkte (cad-)tekeningen als basis voor een verantwoorde verbouwing. Dergelijke bijkomende kosten, zoals tekening, werkomschrijving, voorbereiding en bouwcontrole zijn subsidiabel. Daarnaast bestaat er een wettelijke plicht tot kosteloze, onafhankelijke ondersteuning. Nergens blijkt dat de wetgever het realiseren van complexe woningaanpassingen hiervan heeft uitgesloten. Omdat een pgb gelijkwaardig dient te zijn aan een naturavoorziening, mag een aanvrager (als leek) met zo'n pgb dezelfde ondersteuning verwachten als bij naturavoorzieningen gebruikelijk is.
Bij een naturaverstrekking neemt de gemeente zelf de regie op zich. Al dan niet door het inhuren van bouwtechnische deskundigheid. Zo houdt de gemeente rechtstreeks invloed op kwaliteit en kosten. Nadeel is de juridische onduidelijkheid. Er wordt immers gebouwd in het eigendom van de burger onder verantwoordelijkheid van de gemeente.
Bij keuze voor een pgb leggen de meeste gemeenten de verantwoordelijkheid voor kwaliteit van bouwplan en uitvoering bij de eigenaar-bewoner zelf. Die heeft daar tenslotte voor gekozen. Vaak beschikt hij echter niet over de vereiste deskundigheid hiervoor. Zonder goede coaching leidt dat vaak tot onvoldoende adequate of toekomstbestendige resultaten. Een gemiste kans, voor zowel cliënt als gemeente.